Thuistezien 229 — 08.04.2021

Željko Blaće
in conversation with Florian Cramer


Termen als ‘kritisch maken’ of ‘artistiek onderzoek’ zijn moeilijk institutioneel in te kaderen, omdat ze noch officieel tot het academische veld, noch tot het artistieke veld behoren. Dit heeft wellicht te maken met wat in het westerse canonieke kennissysteem onder kennis, kunst en design wordt verstaan, dat al honderden jaren in twee categorieën is opgesplitst: de hogere kunsten en de lagere kunsten. Deze tweedeling raakt echter steeds meer met elkaar vervlochten. Misschien is kritisch maken daar wel een direct voorbeeld van, waarbij de term ‘kritisch’ uit de hogere kunsten en de term ‘maken’ uit de lagere kunsten tot één praktijk worden samengevoegd.

Voor het symposium ‘Making Matters’ in West Den Haag in 2019 is Željko Blaće uitgenodigd om een dialoog aan te gaan met het concept van ‘queer sports’ als startpunt, gestimuleerd door hun eigen ervaringen binnen dit praktijkveld. Florian Cramer is onderzoeksprofessor toegepaste kunst aan de Willem De Kooning academie in Rotterdam en medeorganisator van het symposium. Blaće is medeoprichter van het in Zagreb gevestigde medialab MAMA, een onderzoeks- en activistische organisatie met een niet-institutionele, ‘bottom-up’ filosofie waarin de praktijk kan worden beschouwd als een prototype voor kritisch maken. Een belangrijk onderdeel van Blaće’s onderzoek is het bevragen van normen die opvallend duidelijk zijn, een uiterst formatief proces dat vormend is voor de identiteit en maar zelden in twijfel wordt getrokken en eerder als vanzelfsprekend wordt beschouwd. Hij vond het het tafelvoetbalspel daar een zeer visueel voorbeeld van, wat hem aanzette tot het project om een vierzijdige voetbaltafel te maken waarbij elk figuurtje door verschillende mensen is ontwikkeld en verschillende noties van discriminatie vertegenwoordigt.

Naarmate de discussie vordert, wordt het maken verder uitgediept in termen van wat het inhoudt in de context van ‘critical making’. Op basis van het oorspronkelijke idee van ‘critical making’ van de Universiteit van Toronto, zit het maken meer in het proces dan in het resultaat, zelfs in die mate dat het resultaat er niet toe doet. Het maken zonder resultaat kan gecompliceerd zijn, vooral wanneer er een materieel resultaat wordt verwacht. Zelfs wanneer men een performatieve praktijk zoals sport, als een vorm van maken beschouwt, is er een verwachting van een fysiek object dat aan het eind door de deelnemer wordt getoond. Het maken van medailles kan in die zin onze veronderstelling over waarom de fysieke beloning belangrijk is, op de proef stellen. Als deelnemers deel uitmaken van de creatie van medailles, kan het proces van het maken belangrijker zijn dan het eindresultaat.

‘Queer sports’ is niet geen nieuw concept als we kijken naar voorlopers van het driezijdige voetbalspel dat 50 jaar geleden werd gecreëerd door de Deense schilder Asger Jorn. Maar door de ‘queer sports’ in de context van ‘critical making’ te plaatsen, brengen Blaće en Cramer nieuwe inzichten in hoe het concept van ‘queer sports’ wordt beoordeeld, beoefend en uitgelegd in een wereld waarin sport sterk normatief en identiteitsbepalend is.

Tekst: Rosa Zangenberg